123 Joodse kinderen ondergedoken in Limburg

De Hollandsche Schouwburg werd in de oorlog een plaats waar duizenden Joodse burgers werden vastgezet, voordat zij naar kampen werden getransporteerd. Tegenover de Schouwburg was de crèche gesitueerd waar veel jonge kinderen en baby’s terechtkwamen. Door met de administratie te smokkelen, zijn er zo’n 1.000 kinderen in de onderduik gebracht. De crèche werd niet zo streng bewaakt als de Schouwburg. Een groot netwerk van mensen was hierbij betrokken, maar enkele die hier een belangrijke rol in speelden waren Walter Süskind, Henriëtte Pimentel en Virginia Cohen en de verzetsgroepen Utrechts Kindercomité en de NV.
Honderddrieëntwintig van deze kinderen kwamen met hulp van Piet Meerburg in Noord-Limburg bij Hanna van de Voort terecht. Zij was kraamverpleegster van beroep en zocht voor hen onderduikadressen bij pleeggezinnen. Zij kreeg hierbij hulp van Nico Dohmen en Kurt Loewenstein. De kinderen werden geïntroduceerd als wezen van het bombardement op Rotterdam. Zowel Dohmen als Van de Voort bleven in continue contact met de kinderen en hun pleeggezinnen.
Niet alle kinderen overleefden de oorlog. Door verraad werd er tijdens de nacht van 31 juli op 1 augustus 1944 een kinderrazzia uitgevoerd. Meerdere kinderen zijn uiteindelijk in Auschwitz vermoord.

Beeldbank-WO2-Verzetsmuseum-Amsterdam-115172

Groepsportret van Hanna van de Voort, Nico Dohmen, Hansje van Lochem en Piet Meerburg, de studenten die de joodse kinderen naar Limburg brachten. Foto: Verzetsmuseum Amsterdam.

Hanna van de Voort werd zelf ook gearresteerd en kwam in Kamp Vught terecht. Zij overleefde de oorlog. Nico Dohmen wist te ontkomen aan de arrestaties.

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.