75 + 2 JAAR GELEDEN (10)
Op 3 september 1943, dus vandaag 77 jaar geleden, worden Emanuel Naarden en zijn vrouw Jacomijn Naarden-Frankfort vermoord. Na het bombardement op Rotterdam wonen ze in Schiedam, eerst op Hoogstraat 80 en vanaf 1942 op Hoogstraat 151c. Ze drijven op nummer 80 een zaak in herenkleding, dus net als daarvoor in Rotterdam.
Jacomijn Frankfort wordt op 13 juli 1880 geboren te Amsterdam, als dochter van Barend Frankfort en Niesje van Amerongen. Ze heeft drie broers en zes zussen. Als ze elf jaar oud is, sterft haar vader.
Emanuel Naarden is het tweede kind van Abraham Naarden en Debora Romijn die ook tien kinderen krijgen; hij wordt net als Jacomijn ook in Amsterdam geboren, op 16 juli 1881 dus een jaar na haar. Ze trouwen in 1901, op woensdag 19 juni, en krijgen twee zoons: Barend al op 27 augustus 1901 –dus twee maanden na de trouwerij- en Abraham vele jaren later, op 20 november 1913. Tussendoor, op 11 juli 1911, wordt er nog een dochtertje geboren, helaas levenloos.
Het gezin Naarden-Frankfort verhuist vaak: op 22 november 1910 arriveren ze (wellicht voor de tweede keer?) vanuit Amsterdam in Rotterdam en wonen achtereenvolgens in de Aert van Nesstraat, de Helmerstraat, aan de Oppert en weer in de Helmerstraat. Op 16 januari 1915 vestigen ze zich in Haarlem, aan de Lange Veerstraat 23. Om op 22 juni van dat jaar in Vlaardingen te worden geregistreerd; daar verblijven ze tot 3 mei 1917 wanneer ze weer in Rotterdam gaan wonen.
Op de website van Joods Erfgoed Rotterdam https://www.joodserfgoedrotterdam.nl/barend-naarden/ is te lezen dat zoon Barend en de twee kleinzoons fervente aanhangers van Feyenoord zijn. Er is ook te lezen dat, als verenigingen in het najaar van 1941 worden opgeroepen om hun joodse leden te verwijderen, Feyenoord aan de opdracht van Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart voldoet. Lees ook: https://www.joodserfgoedrotterdam.nl/de-tragische-geschiedenis-van-de-feyenoord-joden/
‘Zes-en-een-kwart’, zo wordt Seyss-Inquart spottend genoemd. Deze Oostenrijkse nazi is een loyale aanhanger van Hitler en krijgt in 1940 de taak om het bezette Nederland te besturen. Deze functie beoefent hij gedurende de gehele bezettingstijd waarbij het erop lijkt dat hij eerst met zachte hand en later, na de Februaristaking van 1941, met harde hand optreedt.
Die ‘zachte hand’ van de Rijkscommissaris in het begin bestaat o.a. uit de benoeming van Meinoud Rost van Tonningen op 20 juli 1940 tot liquidatiecommissaris van alle linkse partijen en organisaties. Na de oorlog wordt Seyss-Inquart door het oorlogstribunaal in Neurenberg berecht en op 1 oktober 1946 ter dood veroordeeld. Dat vonnis wordt op 16 oktober 1946 uitgevoerd.
Terug naar de familie Naarden. Emanuel Naarden en zijn zoon Barend hebben gezamenlijk maar ook los van elkaar zaken in herenkleding. Op Joods Erfgoed staat het verhaal over het ‘knaapje’ met de reclame voor hun gezamenlijke winkel (rond 1930) Zie https://www.joodserfgoedrotterdam.nl/e-b-naarden-kledinghanger/ .
Ruth Landau arriveert op 17 juli 1939 op Nieuwe Markt
18, bij Emanuel en Jacomijn die het achtjarige vluchtelingenmeisje een veilig thuis bieden. Ze wordt dan ‘ontslagen’ uit het Armenklooster aan de Hoogstraat 79 te Rotterdam, zo blijkt uit een brief van het Vluchtelingenbureau (bron: Dokin). Ruth komt oorspronkelijk uit Hamborn waar ze op 19 april 1931 is geboren. Ze vlucht zonder haar ouders naar Nederland. Met wie ze begin 1939 naar Nederland meereist is niet bekend. Het is mogelijk dat ze wordt toegelaten als één van een grote groep jonge vluchtelingen die tussen november 1938 en september 1939 arriveert en waarvan een deel door Nederland wordt geaccepteerd.
Bij het bombardement wordt de zaak op de Nieuwe Markt 18 te Rotterdam ernstig beschadigd of zelfs verwoest en zo vertrekt het echtpaar Naarden naar Schiedam. Ruth wordt tijdelijk ondergebracht bij Abraham Naarden, de tweede zoon van Emanuel en Jacomijn. Hij wordt later wegens goudhandel door de Sicherheitspolizei gearresteerd (6 juni 1942) en op 3 juli 1942 doorgestuurd naar Kamp Amersfoort. Op 1 oktober 1942 wordt hij te Auschwitz vermoord. Zijn oudere broer Barend wordt ook in Auschwitz omgebracht, op 31 augustus 1944.
Het echtpaar Emanuel en Jacomijn Naarden wordt op 10 oktober 1940 officieel ingeschreven op Hoogstraat 80 waar ook de winkel in herenkleding wordt voortgezet.
Het assortiment wordt in de loop van 1941 uitgebreid wanneer ook kinder- en dameskleding wordt aangeboden. En “Coupeursbezoek aan huis”.
Op 31 december 1941 plaatst Emanuel Naarden een advertentie in de Schiedamsche Courant om al zijn bekenden, vrienden en begunstigers nog het beste voor 1942 te wensen. Het keren van kleding (“annex keer- en reparatie-inrichting”) is een techniek waarbij kledingstukken letterlijk binnenste buiten worden gekeerd waardoor minder slijtageplekken te zien zijn.
De vaste kleine advertentie van E. Naarden in de Schiedamsche Courant verschijnt op 21 juli 1942 voor het laatst..
Later, in 1942, gaan Emanuel, Jacomijn en Ruth wonen op Hoogstraat 151c. Maar op 23 november van dat jaar worden ze opgepakt door de Schiedamse politie en gaan ze op transport naar Kamp Westerbork. Daar worden ze op 26 november ontvangen. Op de archiefkaart van Emanuel Naarden staan twee bijzonderheden: “verzorging van pleegkinderen” en “behoort tot de N.Herv. Gemeente”. De eerste bijzonderheid levert geen Sperre op: “niet gesperrt” staat er, dus het verzorgen van een pleegkind is geen uitzondering waard.
Op een tweede archiefkaart, over het echtpaar Naarden, staan vele aantekeningen waaruit kan worden afgeleid dat er tussen januari en juni 1943 hevig gecorrespondeerd is om te bewijzen dat de inschrijving in de Nederlands Hervormde Gemeente serieus is, en geen poging om aan de Jodenvervolging te ontkomen. De laatste aantekening is van 5 juni 1943: “Inlichtingen uit Rotterdam (vermoedelijk wordt de Kerkenraad bedoeld) vermelden niet de verwachte gegevens (waarschijnlijk over de doop). Zend ons daarom brief Ned. Herv. Gem.”
Of er nog meer acties zijn ondernomen is niet bekend. Het levert in elk geval niet de gewenste bescherming op want op 31 augustus 1943 vertrekt hun transport naar Auschwitz waar ze op 3 september aankomen. Op die dag lopen Jacomijn (63 jaar) en Emanuel (62 jaar) naar hun dood in de gaskamer in Auschwitz. Misschien loopt hun twaalfjarige pleegdochter Ruth tussen hen in. Een beeld dat beter past in een film…
De gegevens over Ruth zijn tegenstrijdig en niet compleet. Ruth is na de oorlog lange tijd als “vermist” geregistreerd, of met een onbekende sterfplaats en/of een andere sterfdatum zoals 11 januari 1943. We weten nu dat ze met haar pleegouders op transport is gegaan. En vermoedelijk ook op 3 september is vergast, direct na aankomst.
Op de Hoogstraat, voor nummer 151c, liggen Stolpersteine, om te herinneren aan Emanuel en Jacomijn Naarden-Frankfort, en ook aan hun pleegdochter Ruth Landau, door hun naam te lezen en al doende voor hun drieën het hoofd te buigen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!