Henri Sanders en Rechel Davids-de Hes
Broersvest 2 I Schiedam (stenen gelegd op maandag 23 februari 2015)
Voor Henri Sanders en zijn schoonmoeder Rechel Davids – de Hes zijn in Schiedam Stolpersteine-stenen geplaatst. Over de geschiedenis van de familie Sanders is het volgende te vertellen.
De blauwe tekst in het verhaal heeft betrekking op Henri Sanders en zijn schoonmoeder Rechel Davids-de Hes.
Op zaterdag 8 april 1893 komt in Leeuwarden David (Dé) Sanders ter wereld. Zijn ouders, Salomon Sanders en Hester Henriette Haagman, zijn bijna een jaar eerder in Rotterdam getrouwd, op woensdag 22 juni 1892 in het oude stadhuis aan de Kaasmarkt. Sinds 1891 hebben zij een spiegel- en lijstenmakerij aan de Sint Jacobsstraat 18 te Leeuwarden.
Salomon Sanders wordt geboren op zondag 25 maart 1866 in Sneek, als zoon van Salomon Sanders en Floretta Frijda. Hester Henriette Haagman wordt woensdag 10 oktober 1866 in Rotterdam geboren als dochter van David Gerrit Haagman en Kaatje Hester Schielaar.
Hester Henriette overlijdt slechts 9 dagen na de geboorte van David, aan complicaties. Het is een grote klap voor Salomon, de zorg voor de kleine David maar zonder zijn vrouw.
Na een aantal jaren leert hij Sara Blok kennen waarmee hij in 1897, op zondag 11 april hertrouwt. Samen krijgen zij nog vijf kinderen, eerst drie jongens: Joseph (Jo) op vrijdag 28 januari 1898, Henri (Hans) op dinsdag 27 december 1898, en Louis op maandag 13 februari 1905. Daarna wordt er nog een dochtertje Naatje Floretta geboren op vrijdag 12 juli 1901 maar zij overlijdt op woensdag 5 oktober 1904, 3 jaar oud. In 1912, op zondag 26 mei, wordt er weer een dochter geboren die Annie Floretta genoemd wordt.
Annie Floretta is op latere leeftijd diëtiste in het Centraal Israëlitisch Ziekenhuis te Amsterdam en ook lerares koken en voedingsleer te Amsterdam. Zij verlooft zich met Abraham Lap en woont tijdelijk aan de Bentincklaan 41 a te Rotterdam.
De vier jongens groeien hecht met elkaar op, met een grote passie: vissen. Misschien is dit wel de basis voor de verbondenheid, vooral tussen de drie oudsten. Een verbondenheid die ook tijdens de oorlog lijkt te bestaan.
De jongens groeien wel verschillend op. David (Dé) studeert rechten tijdens zijn dienstplicht in Italië en hij wordt later advocaat van aanzien met een kantoor te Zwolle. Hij is in zijn jonge jaren administrateur bij de Zeemacht en dient daarvoor ook van augustus tot oktober 1913 in Batavia. Daarna is hij weer in het Koninklijk Instituut voor de Marine Willemsoord gelegerd en woont dan in Hotel den Burg in Den Helder.
Hij huwt de Rotterdamse Katy Frankfort op donderdag 29 december 1921 en ze krijgen drie kinderen: Jettie, Josephine en Frits. Katy is geboren 28 februari 1898 te Rotterdam, dochter van Joseph Frankfort en Antje Haagman.
Henriette (Jettie) verlooft zich later met Jozef Max (Joop) Spiro, op zaterdag 28 februari of zondag 1 maart 1942, dat is niet duidelijk, maar er wordt een verlovingsfeest gehouden in de tuinkamer aan de Koestraat 42 te Zwolle ten huize van David en Katy Sanders.
De woning is eigendom van David Sanders. Zie bijgaande lijst.
De huwelijksinzegening vindt plaats op zondag 20 mei 1945, 15 dagen na de bevrijding van Nederland, in de Synagoge aan de Schoutenstraat 14 te Zwolle.
Na hun huwelijk vestigen zij zich in Palestina waar op maandag 23 december 1946 een dochter wordt geboren; zij zal Noeriet Spiro genoemd worden.
Josephine Sanders, de tweede dochter van David, is geboren op woensdag 1 juni 1927 te Zwolle. Zij trouwt met Shalom Zehavi en de twee hebben één dochter, Rinat Zehavi. Josephine overlijdt op maandag 7 december 1998 te Kefar Saba, ook wel Kfar Sava genoemd, in Israël.
De broer van Jettie en Josephine, Salomon Henri Frits (Frits), is geboren op maandag 27 juli 1931 te Zwolle. Hij trouwt met Anna de Leeuwe, dochter van Emanuel Mozes de Leeuwe en Hencie Margules. Ze krijgen drie kinderen, Helene Kitty Sanders, David Hans Sanders en Emily Josephine Sanders. Frits overlijdt op maandag 20 maart 2006 te Bussum, 74 jaar oud. Hij wordt in Amstelveen begraven.
David (Dé) had tal van nevenfuncties; zo is hij sinds 1930 secretaris van het Centraal College Medisch Tuchtrecht Zwolle, en later voorzitter. Ook is hij voorzitter van het Zwols juridisch genootschap en van het College voor Medisch Tuchtrecht aldaar. Voor de Tweede Wereldoorlog is hij lid van het dagelijks bestuur Kehilla en van ressort Overijssel, schrijver van vakliteratuur en bestuurslid van de Joodse gemeente. Ook is hij lid van een schoolcommissie. Hij wordt benoemd tot lid van de Joodse Raad afdeling Zwolle, in 1941, samen met Arthur Troostwijk.
Ook voor het gezin van David Sanders worden de Duitse maatregelen tegen Joden te veel en daarom besluiten ook zij onder te duiken. En zo hebben zij de oorlog overleefd. Na de bevrijding wordt David Sanders in april 1947, door de toenmalige koningin, Wilhelmina, benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Op zaterdag 30 augustus 1969 overlijdt David op 76-jarige leeftijd in Zwolle. Hij wordt begraven op de Joodse begraafplaats te Zwolle.
Zijn vrouw Katy Catharina Frankfort overlijdt op dinsdag 3 april 1990 te Laren, 92 jaar oud.
Van de vier broers -David, Jo, Hans en Louis- is Jo misschien wel de broer die het meest verschilt van de anderen. Joseph (Jo) is autohandelaar en vertegenwoordiger in auto-onderdelen. Hij is in Leeuwarden een populair figuur en men kent hem als een fijne, vlotte vent met een rappe babbel. Hij heeft er, nogal brutaal en ietwat arrogant, geweldig slag van om goede zaken te doen. Jo verlooft zich op vrijdag 27 november 1925 met Martha Feitsma en trouwt op dinsdag 31 juli 1928 te Leeuwarden. Martha Feitsma is geboren maandag 25 november 1907 te Leeuwarden, dochter van Philippus Feitsma en Judikje Cohen.
Ze krijgen, net als oudere broer David, drie kinderen: Philip (1932), Salco Hans (1935) en Judith (1942).
Jo is een grote hengelsportliefhebber die voor het nachtvissen zijn eigen dobbers maakt met een lichtje er op. Hij kan ook uitstekend zingen. Wanneer hij met een stuk of vijf, zes vrienden in Antwerpen is en het geld opraakt, zingt Jo -kroeg in, kroeg uit- het hoogste lied, terwijl de anderen met de pet rondgaan. Binnen korte tijd kunnen ze financieel weer aardig vooruit.
Jo’s vrouw Martha maakt zich verdienstelijk in het Joodse verenigingsleven. Zo is zij ook voorzitster van een damesgymnastiekclub met de voor buitenstaanders onbegrijpelijke naam “Dat Nooit”.
De vader van Martha, Phillippus Feitsma, heeft een zaak in modeartikelen; na zijn dood zet Martha de zaak voort aan de Nieuwestad 76, als “Feitsma, Speciaalzaak in Dameshoeden”. Martha is een fanatieke toneelspeelster en ze speelt vele hoofdrollen in stukken van Herman Heijermans.
Meer over haar leven en haar kinderen is niet bekend. Over haar man, Jo, straks meer.
In 1944 is zij omgebracht, samen met haar drie kinderen, Philip, Salco Hans en Judith Sara Mirjam, op zondag 8 oktober, in Auschwitz, Polen.
En dan zijn er nog de jongste broers, Henri en Louis. Beiden komen zij te werken in de zaak van hun vader Salomon. De winkel krijgt vooral veel klandizie van kunstenaars die op zoek zijn naar vakkundig inlijstwerk. Zijn zoons Henri en Louis gaan daarom het accent ook meer leggen op de kunsthandel en organiseren tal van exposities.
Louis neemt de zaak over wanneer zijn vader donderdag 30 april 1936 overlijdt. Hij wordt 70 jaar.
Hij trouwt Froukje Polak op vrijdag 28 juli 1939 in het stadhuis van Leeuwarden. Froukje is een dochter van Salomon Polak en Berta Caneel. Froukje is geboren dinsdag 30 mei 1905 te Leeuwarden.
Louis en Froukje overleefden de oorlog door met behulp van de Sneker ondergrondse in Wijckel, tussen Sloten en de Balk, onder te duiken op de boerderij van Zwerus en Anne de Boer. Zij hebben hun levens gered.
Froukje bevalt op vrijdag 20 juni 1947 in Leeuwarden van een zoon Salomon Ben. Froukje zit als lid in de joodse loterijclub.
Henri (Hans) Sanders huwt woensdag 31 oktober 1928 met Jeannette (Nettie) Davids in het stadhuis van Amsterdam. Op dinsdag 9 oktober 1928 waren zij in ondertrouw gegaan in Amsterdam.
Nettie is een dochter van Mozes Davids en Rechel de Hes. Jeannette (Nettie) is in Amsterdam geboren op donderdag 3 juli 1902. Henri leidt het inmiddels geopende filiaal in de Groningse Heerenstraat.
Het Groningse filiaal wordt niet zo succesvol. Na de sluiting wordt Henri chef-inkoper van de kunstafdeling bij de Rotterdamse Bijenkorf.
Zij verhuizen naar de Broersvest in Schiedam.
De Tweede Wereldoorlog gaat niet aan de broers Sanders voorbij. Schuin tegenover de kunsthandel van Louis Sanders in Leeuwarden zitten Duitsers in hotel Phoenix.
Op woensdag 5 november 1941 wordt de kunsthandel door hen leeggeroofd. Uiteraard voelen Louis en Froukje zich niet langer veilig en besluiten als de heer Zandstra en mevrouw van der Pol onder te duiken.
In de Friese Zuidwesthoek hebben zij via 19 (!) onderduikadressen uiteindelijk de oorlog overleefd.
David is lid van de Joodse Raad. Wanneer duidelijk wordt dat ook de leden van de Joodse Raad niet aan deportatie zullen ontkomen besluit ook dit gezin onder te duiken. Allen hebben op diverse plekken in de regio ondergedoken gezeten. De kinderen gescheiden van de ouders.
Op dinsdag 29 september 1942 overlijdt de moeder Sara Sanders-Blok van Joseph, Henri, Louis en Annie Floretta in Apeldoorn. Zij wordt 71 jaar.
David’s broer Henri (Hans) is chef de bureau van de Joodse Raad en werkt voor de Expo. De Expo is een onderdeel van de Joodse Raad dat dient als verbindingskantoor tussen de Raad en de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung. De Expositur regelt de vrijstellingen van deportatie (Sperre). Medewerkers van de “Expo” hebben daardoor toegang tot de Hollandsche Schouwburg.
Zo heeft Henri zich ook ingezet voor zijn schoonmoeder, Rechel Davids-de Hes. Zij woont in Amsterdam in de Dintelstraat. Op de Joodse Raad-kaart van haar staat met potlood aangetekend dat zij op de schouwburglijst staat. Rechel is dus gearresteerd geweest en vervoerd naar het verzamelpunt in de Hollandsche Schouwburg te Amsterdam.
Ze wordt daar echter vrijgelaten en gaat inwonen bij haar dochter Nettie en schoonzoon Henri (Hans) in Schiedam. De vrijlating is niet van blijvende aard. Op vrijdag 14 mei 1943 arriveert Rechel alsnog in Westerbork. Op de Joodse Raad-kaart staat een aantal aantekeningen dat Henri (Hans) Sanders in zijn functie als Expo-vertegenwoordiger bezig is geweest haar een vrijstelling te bezorgen. Helaas blijft dit zonder effect. Reeds vier dagen na aankomst gaat ze op transport naar Sobibor waar ze direct na aankomst op vrijdag 21 mei 1943 wordt vermoord.
Terug naar broer Joseph (Jo).
Het gezin van Jo en Martha valt in handen van de Duitsers en komt terecht in het doorgangskamp Westerbork.
Daar wordt ‘handige Jo’ de persoonlijke kippenverzorger van commandant Gemmeker en mag hij zelfs regelmatig het kamp uit om kippen te kopen. Hij verwerft de bijnaam De Pluimgraaf.
In ’t Kleine Krantsje, een plaatselijk krantje in Leeuwarden, is na de oorlog te lezen: op één van de vrijdagse bezoeken aan Leeuwarden zag Jo Sanders kans om even het Hotel de Kroon binnen te wippen.
Daar schonk vriend Pim Regnery hem gauw een borreltje in en hij siste hem toe: “Duik nou toch onder man, smeer hem als de bliksem! Maar Jo Sanders zei hem, dat hij dit onmogelijk kon doen. “Ze hebben in Westerbork m’n hele gezin in handen en ze zouden ze allemaal van kant kunnen maken.”
De leden van de Joodse Raad zijn op een gegeven moment niet langer veilig. Één voor één worden de leden gearresteerd en naar Westerbork vervoerd. In september 1943 houdt de Joodse Raad op te bestaan.
Op maandag 4 september 1944 vindt het op één na laatste transport vanuit Westerbork plaats. Transport 101. Aan boord de gezinnen van Joseph Sanders en Henri Sanders. Henri Sanders is op dinsdag 24 november 1942 om 10 voor negen in de ochtend opgepakt en gedeporteerd naar Westerbork, zijn vrouw lag op dat moment in het ziekenhuis en is daar de volgende dag op woensdag 25 november 1942 om tien voor half elf opgehaald. Ook zij is op transport naar Westerbork gezet. Zij zijn niet gelijk op transport gezet na aankomst in Westerbork, het zal nog meer dan een jaar duren. Een overlevende van dit transport van maandag 4 september ’44 vertelt na de oorlog dat zich in zijn wagon een uit Leeuwarden afkomstige heer Sanders bevond. Die heer Sanders moest wel op goede voet gestaan hebben met SS-Obersturmführer Albert Konrad Gemmeker, commandant van Kamp Westerbork. Deze had de heer Sanders o.a. een kip en 20 eieren meegegeven.
Het transport gaat naar Theresienstadt.
Dat de families Sanders juist op die dag op transport worden gesteld, is misschien ook veelzeggend. Het transport van de dag ervoor ging naar Auschwitz. Het transport dat 9 dagen later -als laatste!- vertrekt, gaat naar Bergen-Belsen.
Misschien genoten ze nog een ‘voorkeursbehandeling’. Theresienstadt was geen vernietigingskamp en had de naam een modelkamp te zijn. Een kamp voor de elite.De omstandigheden in het overbevolkte kamp waren weliswaar beter dan in Auschwitz, maar evengoed mensonwaardig.
Aan het eind van de maand, op vrijdag 29 september 1944 worden alle Sandersen, -met uitzondering van Nettie- alsnog op transport gesteld naar Auschwitz. Martha, de vrouw van Joseph, en zijn kinderen worden daar op zondag 8 oktober 1944 vermoord.
Henri (Hans) en zijn broer Joseph zijn nog in leven in Auschwitz wanneer het Rode Leger het kamp nadert. Op zaterdag 18 januari 1945 besluiten de Duitsers alle gevangenen die nog enigszins gezond zijn op de zogenaamde dodenmars te zenden. Het uiteindelijke doel is Dachau of Buchenwald te bereiken. Wie ‘geluk’ heeft vindt nog een plaats in een open goederenwagon. Zowel Henri als Joseph bereiken Buchenwald. Hun conditie zal heel slecht zijn geweest. Henri (Hans) sterft op zaterdag 17 februari 1945, 46 jaar oud. Joseph volgt hem anderhalve maand later, op zaterdag 31 maart 1945, 47 jaar oud, in het zicht van de bevrijding.
Nettie, de vrouw van Henri keert na de bevrijding uit Theresienstadt terug. Ook het gezin van David heeft de oorlog overleefd.
Voor Henri en zijn schoonmoeder Rechel Davids – de Hes zijn in Schiedam op maandag 23 februari 2015 Stolpersteine-stenen geplaatst aan de Broersvest 2. Want dat was het laatste adres waar zij vrijwillig hebben gewoond en waarvandaan ze zijn weggevoerd, de dood tegemoet. Bij de steenlegging werd een toespraak gehouden door Ben Sanders, de kleinzoon van Salomon Sanders.
Met dank aan: Diversen oude krantenartikelen, Dhr. S.B. Sanders, Kamp Westerbork, het boek “In Memoriam”, diversen archieven en de site van het Joodsmonument.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!