Margaretha Fierlier

Buijs Ballotsingel 69 a, Schiedam  (steen gelegd op 23 februari 2015)

Margaretha (Gré, Gretha) was heel gelukkig verloofd en stond op het punt te gaan trouwen. Helaas kreeg haar verloofde tbc en overleed daaraan. Nadien heeft Gré nooit meer een relatie gehad, het verlies van haar geliefde heeft haar een flinke knauw bezorgd. Haar gehele inboedel heeft ze daarna onder de familie verdeeld.

Op 14 mei 1940 werd bij het bombardement op Rotterdam de woning aan de Mauritstraat, waar Gretha sinds 12 april 1938 inwonend was, gebombardeerd. Ze vond onderdak bij haar zus Aaltje en haar man Franciscus Vermeulen aan de Buys Ballotsingel in Schiedam.

Gretha was geen gemakkelijke vrouw. Wellicht dat het overlijden van haar geliefde daar toe heeft bijgedragen. Ze was erg teleurgesteld in het leven. Haar enige omgang met anderen bestond voornamelijk uit een groepje vriendinnen, dat overigens nooit bij haar thuis kwam. Wel ging ze er mee op vakantie naar de Veluwe. Gretha was wel een ijdele vrouw, die heel trots was op haar mooie haar. Ze kleedde zich goed, dol op mooie sieraden en liet graag foto’s maken.
Gré was arbeidster bij ‘Van den Bergh en Jurgens Margarinefabriek’ aan de Oranjeboomstraat in Rotterdam. In een witte jurk en met muts pakte zij daar de margarine handmatig in. Op 8 oktober 1941 ontving ze een brief waarin bevestigd werd dat ze per 3 oktober 1941 ontslagen is omdat ze Joods is. Ter ondersteuning kreeg ze een uitkering die gefaseerd per halfjaar zou worden afgebouwd tot 31 januari 1944 van ƒ 16,50 tot ƒ 8,25 per week.
Haar huisarts, dokter van Buren gevestigd op de Buys Ballotsingel, heeft in 1942 geprobeerd haar in het ziekenhuis onder te brengen zodat ze aan transport zou kunnen ontsnappen. Helaas is ze na twee dagen gepakt en moest ze naar huis om haar tas in te pakken. Op 15 augustus 1942 kwam ze in Loods 24 terecht en al de volgende dag is ze vervoerd naar Westerbork. Maar bij aankomst is ze nog wel onderzocht door de bekende dokter David Hausdorff.  Op 17 augustus is ze op transport gesteld naar Auschwitz, waar ze zes weken later werd vermoord.