75 + 2 JAAR GELEDEN (8)

Op 2 juli 1943, dus vandaag 77 jaar geleden, komt Sara de Reeder-Vroman, van de Hoogstraat 158 te Schiedam, na drie dagen en nachten in de trein, aan op ‘die Rampe’ van station Sobibor. Na een korte wandeling, na het afgeven van haar spullen, na zich helemaal te hebben uitgekleed en waarschijnlijk na het afscheren van haar haar, wordt zij op 75-jarige leeftijd vergast.

 

Als de oorlog uitbreekt is dat vlak voor Sara’s 72e verjaardag; ze is immers geboren op de 12e mei in 1868, als het vijfde kind –van de acht- van Samuel Jacob Vroman en Rachel Sijes. Ze wordt geboren in Rotterdam waar ze 25 jaar later, op 26 juli 1893 trouwt met de even oude Hartog Salomon de Reeder, geboren op 6 april 1868 te Almelo. Het eerste kindje, Salomon Hartog, wordt geboren op 28 juni 1894 maar overlijdt binnen zes maanden, op 22 december 1894. Nog geen jaar later wordt Samuel Hartog geboren, op 2 oktober 1895.

In 1918 viert het echtpaar De Reeder-Vroman het 25-jarig huwelijksfeest. “Hun dankbare zoon”, Samuel, plaatst een advertentie. De receptie is op het woonadres, Weste Wagenstraat 61. Daarna wonen ze nog op nummer 99. Vandaar gaan ze naar Oppert 193b, om vervolgens op 19 mei 1931 te verhuizen naar Schiedam, naar de Van Ostadelaan 19b. Het echtpaar is dan 63 jaar oud. Volgens gegevens in het archief van Rotterdam verhuist zoon Samuel mee.

Het lijkt wel alsof daar, in 1931, een nieuw begin wordt gemaakt: de monsters bontkragen worden ‘goedkoop’ van de hand gedaan, er is een flinke dienstbode nodig en voor “De Goedkoope Winkel” op Hoogstraat 149 worden aankomende verkoopsters gevraagd. 

Zowel persoonlijk als zakelijk gaat het hun zoon goed. Op 19 oktober 1933 trouwt Samuel met Leonarda Maria Korsten, geboren op 6 januari 1903; zij is niet-Joods. En wanneer in 1935 weer een speciale winkelweek wordt georganiseerd door de winkeliers van de Hoogstraat, verenigd in “Hoogstraatbelangen”, is Samuel de Reeder van de partij. Hij heeft zitting in de cadeau commissie die zorg draagt voor de presentjes voor al het winkelend publiek dat bij het inkopen de letters van “Hoogstraatbelangen” weet te sparen.


Jammer genoeg gaat het fout: door een afvallige Hoogstraat-winkelier die niet meebetaalt aan de spaaractie, worden ‘valse’ letters uitgedeeld aan de klanten en het cadeau huis moet dan ook vroeger de deuren sluiten. Met een advertentie wordt dit aan de Schiedammer uitgelegd. Misschien de moeite waard om uit te vinden wie de spelbreker was?! Het archief van Schiedam heeft een “Krantenkijker” beschikbaar…

Samuel is ook actief als er in januari 1938 zogenaamde Oranjefeesten georganiseerd moeten worden, zo blijkt uit een artikel van 30 december 1937 (Nieuwe Schiedamsche Courant). De opleving van de HoKoDaMa is nabij, voor de gezamenlijke middenstanders van Hoogstraat, Korte Dam, Dam en Grote Markt.

Het gaat Samuel voor de wind, als we dat mogen afleiden uit het artikel uit de Nieuwe Schiedamsche Courant van 25 maart 1938: de heropening van de verruimde “Goedkope Winkel” op Hoogstraat 145 – 149. De zaak is nu drie panden breed! Nu is dat schuin tegenover Expreszo en recht tegenover Suncentre.


Hartog Salomon kan het succes van zijn zoon niet lang meemaken: binnen drie maanden na de feestelijke heropening sterft hij, op 4 juni 1938, in het Noletziekenhuis (zie het adres van overlijden onderaan het bericht van de Burgerlijke Stand). Sara verhuist daarop uit de Van Ostadelaan naar Hoogstraat 158.

Daar woont ze nog als de oorlog uitbreekt; ze is dan 72 jaar oud en twee jaar weduwe. Het is voorstelbaar dat haar zoon en schoondochter haar bijstaan maar de anti-Joodse maatregelen treffen alle drie. De “Goedkope Winkel” (Hoogstraat 145-149 èn Groenelaan 56, recht tegenover waar Bijtel, de kledingmaker, zat) is Joods bezit en loopt dus gevaar te worden afgenomen, en op z’n minst zal er een ‘Verwalter’ worden aangesteld. Haar schoondochter is niet-Joods en ‘om veiligheidsredenen’ gaan Samuel en Leonarda Maria scheiden waarbij het bezit aan haar wordt overgedragen om het veilig te stellen, zo mag worden aangenomen. Deze Leonarda Maria wordt op 5 mei 1943 opgepakt door de Sicherheitsdienst en na veertien dagen weer vrijgelaten.

 

Herbert Muysson uit Voorburg, handelaar in oliën en vetten met kantoor in Rotterdam, wordt op zijn eigen verzoek aangesteld als ‘Verwalter’ (beheerder) van de “Goedkope Winkels” in Schiedam. Uit de rechtszaak bij het Schiedams tribunaal, na de oorlog, blijkt wat hij onder ‘beheren’ verstaat: hij eigent zich een partij van 2.000 sigaren toe, een aanvangssalaris van 450 gulden per maand (dat later daalt naar 100 gulden per maand) en diverse andere voordeeltjes. Tot hilariteit van het publiek bij het tribunaal beroept hij zich erop alles gedaan te hebben om de eigendommen van Samuel de Reeder voor hem te behouden. De behandeling van deze zaak kost het tribunaal de meeste tijd, meer dan zes uur; dat duurt net iets langer dan de zaak tegen dr. Draaijer, de burgemeester die in de oorlog aan Schiedam werd toebedeeld.

De uitspraak in de zaak-Muysson vindt plaats in september 1947: een gevangenisstraf van twee jaar en acht maanden. Op zijn vermogen wordt (nog) geen beslag gelegd omdat hierdoor de claim van Samuel de Reeder en Leonarda Maria Korsten benadeeld zou kunnen worden. Want Samuel overleeft de oorlog, gaat samenwonen met zijn Maria en heropent op 7 november 1947 beide “Goedkope Winkels”.

In oktober 1948 wordt in de “Goedkope Winkel” op de Hoogstraat ‘smokkelwaar’ verkocht; met goedkeuring en onder toeziend oog van de ‘instanties’ mogen klanten, zonder distributiebonnen in te leveren, tot 25 gulden aan textielwaren aankopen. 

 

Maar Sara dan? Zij wordt in de oorlog opgehaald, en gaat op 29 juni 1943 op transport met transport 69 vanuit Westerbork naar Sobibor waar zij meteen op 2 juli wordt vermoord.

 

Haar achternaam, Vroman, kennen we in Nederland vooral van Leo Vroman, wetenschapper, tekenaar en dichter.

Leo Vroman

De overgrootouders van Sara Vroman zijn de betovergrootouders van Leo Vroman; haar grootvader Jacob Samuel is de broer van zijn overgrootvader Samuel Salomon. Leo Vroman vluchtte aan het begin van de oorlog naar Engeland en vandaar naar Indië om alsnog in de oorlog terecht te komen en geïnterneerd te worden in een Jappenkamp. Direct na de oorlog reist hij naar de Verenigde Staten, trouwt met zijn verloofde die hij in Nederland had moeten achterlaten en wordt in 1951 tot Amerikaan genaturaliseerd. In 1964 ontvangt hij de P.C. Hooftprijs voor zijn bijdrage aan de Nederlandse literatuur. De slotregels uit “Vrede” (1957) worden vaak geciteerd als het over WOII gaat. Bij deze herdenking van Sara is het extra passend:


Kom vanavond met verhalen

hoe de oorlog is verdwenen

en herhaal ze honderd malen

alle malen zal ik wenen.

Op de Hoogstraat, voor nummer 158, ligt een Stolperstein, om te herinneren aan Sara de Reeder-Vroman door haar naam te lezen en al doende voor haar het hoofd te buigen.

 

struikelstenen-2743

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.